Successen

Inmiddels zijn meerdere bezwaarprocedures tot een goed einde gebracht voor cliënten. Enkele van de resultaten waar de hoogste bedragen mee gemoeid waren vindt u hieronder:

3.900, 4.200 euro algemene heffingskorting niet werkende partner alsnog uitbetaald

Een in Nederland wonende cliënt is getrouwd met een partner die op dat moment nog in buitenland woonde. De partner in het buitenland zonder inkomsten had nog recht op uitbetaling van de algemene heffingskorting voor de niet werkende partner. Over welk formulier, C, M, hoe nu precies ingevuld moest worden was tussen belastingplichtige en Belastingdienst verwarring ontstaan. Vervolgens welke afdeling van Belastingdienst, welk verzoek of bezwaar in behandeling zou moeten nemen over de voorbije belastingjaren. Er is vele malen contact geweest met Belastingdienst en de aangifte, het verzoek kon maar niet tot een correcte afronding komen. Voor twee verschillende klanten die elkaar kenden en mij adviseerden is bezwaar geslaagd. 
Daarna voor een tweede over de jaren 2016 tot en met 2020 is alsnog ongeveer 3900 aan heffingskortingen uitbetaald. Periode 2021 - 2022, afgerond medio 2022.
Voor een eerste klant is over de jaren 2011 tot en met 2013 alsnog ongeveer 4200 aan heffingskortingen uitbetaald. Periode 2011 - 2013, afgerond medio 2014.

1.800 euro dubbele inkomensafhankelijke combinatiekorting

In 2011 deed zich de bijzondere situatie voor dat je als samenwonenden met een kind waarvan niet beiden de natuurlijke ouder waren, niet als fiscaal partners werd gezien, maar als alleenstaanden. Het gevolg voor een samengesteld gezin was dat door de vraagstelling in de belastingaangifte beide partners als alleenstaanden werden beschouwd met ieder een tot hun huishouding behorend kind en beiden recht hadden op de inkomensafhankelijke combinatiekorting van 1.800 euro in dit geval. Aanvankelijk werd dit door Belastingdienst niet toegekend omdat de niet natuurlijke alleenstaande ouder geen huishouding met kind zou hebben, maar na betoog dat de andere partner wel de natuurlijke ouder van het kind was en dat dit in feite dezelfde huishouding betrof wel. Periode 2013.

7.000 euro terugvordering kunstenaarsuitkering (WIK) alsnog kwijtgescholden

Gemeente vorderde aanvankelijk de volledige bijstandsuitkering voor kunstenaars (WIK) over het jaar 2005 terug, omdat cliënt zo betoogde gemeente volgens afspraak geen jaarrekening en/of belastingaangifte zou hebben verstrekt. Cliënt meende dat dit wellicht niet op tijd gebeurd was, maar dat cliënt de gemeente de gegevens uiteindelijk wel had verstrekt. Daarna tot en met 2011 had cliënt naar eigen zeggen alle moeite gedaan om tot een (gedeeltelijke) kwijtschelding van de terugvordering te komen, maar de deurwaarder bleef maar vorderen met verder oplopende kosten tot gevolg. Een uiterste poging om met alle nogmaals verstrekte documenten met argumentatie voorzien tot overeenstemming te komen met de gemeente slaagde uiteindelijk na ruim 6 jaar. Periode medio 2011 - 2012, afgerond medio 2012.

4.000 euro belastingvermindering na alsnog toekenning zelfstandigenaftrek

Bij cliënt was zelfstandigenaftrek aanvankelijk niet toegekend, omdat zo stelde de Belastingdienst, er sprake was van een wanverhouding tussen de gewerkte uren en een omzet van 13.000 euro. Cliënt had ongeveer 2400 uren gemaakt, maar voor veel uren geen beloning ontvangen. Bepaalde belangenoganisaties waarvoor cliënt pro deo had gewerkt, had cliënt wel met aantoonbaar succes haar werk voor acquisitie kunnen inzetten, en zo een portfolio kunnen opbouwen in haar eerste ondernemersjaar. Betoogd is dat in de wet geen objectief kader bestaat voor toetsing van de verhouding tussen uren en behaalde omzet en ook niet voor het minimaal te rekenen uurloon. Wel zijn cliënt aanwijzigingen gegeven om de urenadministratie te verbeteren. Periode 2008, afgerond zomer 2011.

2.800 euro betaalde erfbelasting teruggegeven

Cliënt, erfgenaam en kinderen van de overledene, hadden aangifte gedaan voor de erfbelasting.Bij de aangifte waren ook zogenaamde boedelrekeningen vanuit een eerder huwelijk van de eerder overleden echtgenoot betrokken. De overleden vrouw was de langstlevende en had van haar eerder overleden echtgenoot nog het vruchtgebruik, terwijl kinderen uit zijn eerdere huwelijk het blote eigendom hadden. Daarnaast had zij nog leningen aan haar eigen kinderen verstrekt. Hierdoor ontstond een zogenaamde fictieve verkrijging op het moment van overlijden. Bij de opgave van de saldi van tegoeden waren echter die leningen al meegeteld en eerder door de Belastingdienst daardoor onbedoeld dubbel geteld. Een ingewikkelde aangifte, waarbij uiteindelijk via bezwaar een compromis overeengekomen is en de aanslag met 28.000 euro verlaagd. Daarna is 10% daarvan teruggegeven aan cliënt.
Periode medio 2011, afgerond najaar 2011.

6.000 euro van betaalde hypotheekrente alsnog retour

Aanvankelijk hadden cliënten ongeveer 32.000 euro van de overwaarde van hun woning op de betaalrekening gestort gekregen en niet voor de woning gebruikt, maar die binnen ruim een half jaar alsnog besteed aan vooral een gezamenlijk grootonderhoudsproject van hun wooncomplex. Via een verzoek om herziening is alsnog alle betaalde hypotheekrente rente aftrekbaar geworden vanaf de aankoop van de woning in 2006, dus ook over die 32.000 euro. Dit heeft een extra teruggaaf van ongeveer 6.000 euro opgeleverd.
Periode 2006 – 2008, eind 2010, begin 2011 afgerond.

4.500 euro huurtoeslag alsnog uitbetaald

Door een moeizame communicatie tussen betrokkenen en systemen is een onrealistische huur van 195 euro per maand verwerkt en lange tijd gebruikt door de afdeling Toeslagen Belastingdienst terwijl dit 495 euro had moeten zijn. Herhaaldelijke contact hierover met de afdeling Toeslagen en de woningbouwvereniging leidde eerder om procedurele redenen lange tijd niet tot uitbetaling van de volledige huurtoeslag. Mede hierdoor kwam mijn cliënt in de problemen. Via een verzoek om herziening is alsnog 4.500 euro huurtoeslag uitbetaald.
Periode 2006 – 2008, medio 2010 afgerond.

U ziet, in een aantal gevallen heeft het indienen van bezwaar zeker zin. Als het om belastingaangiftes gaat kunt u tot maximaal 5 jaar terug. Indien de termijn voor een bezwaarschrift is verstreken kunt u ook nog een verzoek om herziening indienen.